Omdat ik eigenlijk tien betere dingen te doen heb en om te
voorkomen dat ik tien onzinnigere dingen ga doen ga ik dus nu wat antwoorden op
vragen hier neerknallen. Dan kan ik mezelf ten minste pretenderen hier ook nog een
nuttige bijdrage geleverd te hebben.
-Als je mocht kiezen tussen een kind wat gehandicapt is, maar
één en al liefde voor jou, of een zoon die op zijn eenentwintigste al stinkend
rijk is, gelukkig in zijn leven, maar jou eigenlijk niet meer ziet zitten, en
een beetje op je neerkijkt, wat zou je dan kiezen?
Ik wil geen kind dat op mij neerkijkt en ik vraag me af wat
er van mij is geworden als ik ooit een kind grootbreng dat op zijn
eenentwintigste al stinkend rijk is. Maar ik zal nooit een kind voor zijn leven
tekenen en het ontnemen van zo veel geluk en vreugde, alleen maar zodat het
liefde voor mij kan tonen. Ik koop wel een spiegel. Dan kan ik mezelf alle
liefde geven die ik wil. En als ik mezelf zat ben, dan keer ik mezelf gewoon de
rug toe.
Als ik moest kiezen tussen een
vrij slechte woning in een wijk waar de warmte van afstraalt of een perfect
huis omringd door hekken en alarminstallaties, dan koos ik de vrij slechte
woning. Dan valt al mijn teringzooi ten
minste niet zo uit de toon. Ik stel sowieso niet veel eisen aan een huis. Ik kan
zelf een lamp indraaien, ik denk dat een paar muren schilderen me ook nog wel
aardig afgaat en wellicht kan ik ook ooit eens de moed bijeenrapen met een
waterpomptang de een kraan tel lijf te gaan. Als het ingewikkelder wordt dan
dat zal ik er wel geen behoefte aan hebben, denk ik. Bovendien hoop ik, terwijl
ik een sentimentele blik werp op de hopen onbenullige teringzooi die me hier
omringen en totaal niet aanmoedigen enige poging tot opruimen te doen, dat ik
nooit zal moeten wonen omringd van hekken en alarminstallaties. Dat ik nooit
iets zal bezitten dat beveiligd moet worden door hekken en alarminstallaties.
Ik heb totaal geen behoefte om te kiezen wanneer ik doodga. Als
ze me allemaal wel zo’n beetje zat zijn misschien. Dan hoeven ze niet te missen,
maar dan worden ze ten minste wel op die paar pijnlijke momenten herinnerd aan
mij en mijn nut. Maar dat is meer praktisch. Ooit, toen ik nog kind was, was ik
bang voor de dood. Tegenwoordig interesseert het me gewoon niet meer. Ik wil
niet op mijn leven terugkijken als wanhopige strijd tegen het onbegrepen
fenomeen van de dood, panisch god en geneesheren smekend het nog enkele dagen
te verlengen. Maar ik verlang niet naar de dood, heb geen behoefte aan gods
koninkrijk en wil nog niet in de vergetelheid raken. Ik ben erachter dat het me
niet interesseert. Als een iemand me vertelt dat ik morgen sterf, kan ik daar
alleen uit opmaken dat ik vandaag leef.
Als ik moest kiezen tussen een vrouw met een baard die de
liefste vrouw is op de wereld of de mooiste vrouw op aarde, die me niet ziet
zitten, dan koos ik de mooiste vrouw op aarde. Omdat ik keuzes wil maken, niet
strategisch de rest van mijn leven zo aangenaam mogelijk uitzitten.
Als ik mocht kiezen tussen één perfecte, onvergetelijke
aardbei, of zoveel aardbeien als ik wil voor de rest van mijn leven, zat ik nu,
met een bakje gratis aardbeien op mijn schoot, op facebook, irritante
opmerkingen te maken aan mensen die geen gratis aardbeien hebben, over het feit
dat zij geen gratis aardbeien hebben. En ik wel. Bovendien wil ik niet een
leven lang wanhopig zoeken naar een smaak om die ene aardbei die ene dag op die
ene plek te evenaren, en de mogelijkheid openhouden vooruit te kijken.
Als ik moest kiezen tussen het missen van een arm of een
been, koos ik voor het missen van een been. Een been is handig als je als
eerste een berg wil beklimmen. Of als je van Caïro naar Kaapstad wil fietsen.
Maar ik ben niet voorbestemd als eerste mijn voet op nog ongekende plekken te plaatsen.
Bovendien zijn alle plekken zijn nu wel zo’n beetje ontdekt en wat is het waard
mijn voet daar als tweede neer te planten? Dan zit ik liever in een stoel, de
handen, die ik ten minste nog wel heb, achter mijn hoofd gevouwen, neerkijkend
op de droeve personages die verwoede pogingen doen hun voet zo snel mogelijk,
dan maar als tweede, of alternatief als derde op een plek van enig belang te
planten.
Als ik moest kiezen tussen mijn oren en mijn ogen behield ik mijn
ogen. Omdat ik geen problemen heb met het achteroverleunen en neerkijken op
de droeve massa. Maar om die lui en hun zogenaamde individualiteit aan te
moeten horen verveelt me. Ik geniet van het leedvermaak dat ik zie, het leed
dat ik moet aanhoren kan me niet te veel schelen.
Als ik mocht kiezen tussen al mijn dromen, die uitkomen op
mijn dertigste, of dat ik mijn hele leven mijn dromen mocht volgen, volgde ik
mijn hele leven mijn dromen. Omdat ik, als al mijn dromen uitkomen op mijn
dertigste, niet meer kan dromen.
Matthijs.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten