zondag 4 november 2012

Theaterdwang door Karl Valentin


Vanwaar, hoezo, waarom is/staat het theater leeg? Dat komt omdat er geen publiek komt. Wie heeft daar schuld aan: De overheid!
Waarom wordt er geen theaterdwang/plicht ingevoerd. Als iedereen naar het theater moet, dan wordt het meteen iets anders.
Waarom is de schoolplicht ingevoerd. Geen leerling gaat naar school als hij niet moet. Bij toneel, hoewel dat niet makkelijk zal zijn, wordt het toch langzamerhand tijd om plicht in te gaan voeren. Is theater niet hetzelfde zoiets als school, vraagteken?
Al bij kinderen kun je met theaterdwang beginnen.
Het repertoire van een kindertheatergroep/jeugdtheatergroep is gebaseerd op sprookjes, zoals bijvoorbeeld hans en grietje, of bijvoorbeeld de boze wolf en de 7 sneeuwwitjes.
In een grote stad heb je 100 scholen, elke school heeft 1000 kinderen, dat zijn 100000 kinderen per dag. Die 100000 kinderen gaan elke dag ’s ochtends naar school en elke middag naar het theater, entreeprijs per kind 50 penning, natuurlijk gesubsidieerd, dat zijn dan 100 theaters met elk duizend zitplaatsen.
Hoeveel toneelspelers zou dat geen werkverschaffing geven?
De theaterdwang, etapsgewijze ingevoerd, zal een geheel nieuwe kijk op de economie gaan bieden.
Het is absoluut niet hetzelfde, als ik zeg: zal ik vandaag naar het theater gaan, of als het heet: ik moet vandaag naar het theater gaan.
Door deze theaterdwang zal de burger vrijwillig alle andere stupide avondbezigheden, zoals kegelen, bowlen, tarot kaart spelen, biertischpolitik, rendez-vousspelletjes, en ook andere tijdrovende debiele gezelschapsspelletjes zoals: kijk uit voor de zwarte man, of kleermaker, mag ik je vrouw lenen, enzovoorts, laten schieten.
De burger weet dat hij naar het theater moet, hij hoeft geen stuk meer uit te zoeken, hij hoeft niet meer te twijfelen over: Zal ik vandaag misschien naar Tristan en Isolde gaan, nee, hij moet gaan kijken, want dat is zijn plicht.
Hij wordt gedwongen 365 keer per jaar naar het theater te gaan, of hij nu van het theater walgt/griezelt of niet.
Een leerling walgt/griezelt er ook van om naar school te gaan, maar hij gaat er graag naar toe, omdat hij moet.
Dwang.
Alleen door dwang is vandaag de dag ons theaterpubliek tot theaterbezoek toe te dwingen.
Mooie woorden hebben de afgelopen jaren nauwelijks iets bereikt.
De verleidelijkste aanbiedingen, zoals warme zaal, of roken tijdens de pauze buiten toegestaan, of studenten, soldaten tot aan de generaal, voor de helft van de prijs, al deze voordelen hebben er niet voor gezorgd dat het theater vol was.
De reclame/marketing, die elk theater jaarlijks heel veel geld kost, valt bij de theaterdwang helemaal weg. Geen drukkosten meer, geen folders meer.
Evenzo wat betreft de prijs van een kaartje. Want de plaatsen worden niet meer ingedeeld per rang, of per loge, maar worden ingedeeld naar de zwaktes en de gebreken van de theaterbezoeker.
Rij 1-5, zwaar horende en slechtzienden.
Rij 6-10, hypochonders en zenuwlijders.
Rij 10-15, huidziektes en mensen zonder gevoel.
De staanplaatsen staan ter beschikking van de astmalijders en degenen die last hebben van jicht.
In een stad als Berlijn zouden er, de zuigelingen en kinderen onder de 8 jaar, de bedlegerige en de bejaarden niet meegerekend, dagelijks zo’n 2 miljoen theater-gedwongen-verplichte-bezoekers zijn, een getal, dat het huidige theaterbezoek, dat vrijwillig is, ver overschrijdt.
Men heeft toch ook met de vrijwillige brandweer zelf bittere ervaringen gehad en na lange tijd toch ook ingezien, dat het zonder verplichte brandweer niet ging.
Waarom wordt dat wel bij de brandweer gezien en niet bij het theater?
Juist de brandweer en het theater zijn vandaag de dag zo innig met elkaar verbonden! Ik heb in mijn lange buhnepraktijk/toneelpraktijk achter de coulissen nog nooit een toneelstuk zonder brandweerman gezien.
Zou de voorgestelde ‘algemene theaterbezoekplicht’, afgekort de ATBP, aangenomen worden, zoals gewenst wordt, zoals wij graag willen, zoals wij voorstellen, dagelijks 2 miljoen mensen het theater in dwingen, dan heb je in een stad als Berlijn minstens 20 theaters met 100000 plaatsen nodig.
Of 40 theaters met 50000 plaatsen, of 160 theaters met elk 12500 plaatsen, of 320 theaters met 6250 plaatsen, of 640 theaters met elk 3125 plaatsen, of 2 miljoen theaters met elk 1 plaats.
Wat er dan voor een geweldige stemming heerst in een volle zaal van, laten we zeggen, 50000 bezoekers, dat weet dan alleen de toneelspeler.
Alleen door het gebruik van zulke eminente machtsmiddelen kunnen we de lege theaters weer overeind krijgen, niet door vrijkaarten, alleen maar door dwang, en gedwongen kan de burger alleen maar worden door de staat.

Karl Valentin zo'n 85 jaar geleden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten