Vanwaar,
hoezo, waarom is/staat het theater leeg? Dat komt omdat er geen publiek komt. Wie
heeft daar schuld aan: De overheid!
Waarom
wordt er geen theaterdwang/plicht ingevoerd. Als iedereen naar het theater
moet, dan wordt het meteen iets anders.
Waarom
is de schoolplicht ingevoerd. Geen leerling gaat naar school als hij niet moet.
Bij toneel, hoewel dat niet makkelijk zal zijn, wordt het toch langzamerhand
tijd om plicht in te gaan voeren. Is theater niet hetzelfde zoiets als school,
vraagteken?
Al
bij kinderen kun je met theaterdwang beginnen.
Het
repertoire van een kindertheatergroep/jeugdtheatergroep is gebaseerd op
sprookjes, zoals bijvoorbeeld hans en grietje, of bijvoorbeeld de boze wolf en
de 7 sneeuwwitjes.
In
een grote stad heb je 100 scholen, elke school heeft 1000 kinderen, dat zijn
100000 kinderen per dag. Die 100000 kinderen gaan elke dag ’s ochtends naar
school en elke middag naar het theater, entreeprijs per kind 50 penning,
natuurlijk gesubsidieerd, dat zijn dan 100 theaters met elk duizend
zitplaatsen.
Hoeveel
toneelspelers zou dat geen werkverschaffing geven?
De
theaterdwang, etapsgewijze ingevoerd, zal een geheel nieuwe kijk op de economie
gaan bieden.
Het
is absoluut niet hetzelfde, als ik zeg: zal ik vandaag naar het theater gaan,
of als het heet: ik moet vandaag naar het theater gaan.
Door
deze theaterdwang zal de burger vrijwillig alle andere stupide avondbezigheden,
zoals kegelen, bowlen, tarot kaart spelen, biertischpolitik,
rendez-vousspelletjes, en ook andere tijdrovende debiele gezelschapsspelletjes
zoals: kijk uit voor de zwarte man, of kleermaker, mag ik je vrouw lenen,
enzovoorts, laten schieten.
De
burger weet dat hij naar het theater moet, hij hoeft geen stuk meer uit te
zoeken, hij hoeft niet meer te twijfelen over: Zal ik vandaag misschien naar Tristan
en Isolde gaan, nee, hij moet gaan kijken, want dat is zijn plicht.
Hij
wordt gedwongen 365 keer per jaar naar het theater te gaan, of hij nu van het
theater walgt/griezelt of niet.
Een
leerling walgt/griezelt er ook van om naar school te gaan, maar hij gaat er
graag naar toe, omdat hij moet.
Dwang.
Alleen
door dwang is vandaag de dag ons theaterpubliek tot theaterbezoek toe te
dwingen.
Mooie
woorden hebben de afgelopen jaren nauwelijks iets bereikt.
De
verleidelijkste aanbiedingen, zoals warme zaal, of roken tijdens de pauze
buiten toegestaan, of studenten, soldaten tot aan de generaal, voor de helft van
de prijs, al deze voordelen hebben er niet voor gezorgd dat het theater vol
was.
De
reclame/marketing, die elk theater jaarlijks heel veel geld kost, valt bij de
theaterdwang helemaal weg. Geen drukkosten meer, geen folders meer.
Evenzo
wat betreft de prijs van een kaartje. Want de plaatsen worden niet meer
ingedeeld per rang, of per loge, maar worden ingedeeld naar de zwaktes en de
gebreken van de theaterbezoeker.
Rij
1-5, zwaar horende en slechtzienden.
Rij
6-10, hypochonders en zenuwlijders.
Rij
10-15, huidziektes en mensen zonder gevoel.
De
staanplaatsen staan ter beschikking van de astmalijders en degenen die last
hebben van jicht.
In
een stad als Berlijn zouden er, de zuigelingen en kinderen onder de 8 jaar, de bedlegerige
en de bejaarden niet meegerekend, dagelijks zo’n 2 miljoen theater-gedwongen-verplichte-bezoekers
zijn, een getal, dat het huidige theaterbezoek, dat vrijwillig is, ver
overschrijdt.
Men
heeft toch ook met de vrijwillige brandweer zelf bittere ervaringen gehad en na
lange tijd toch ook ingezien, dat het zonder verplichte brandweer niet ging.
Waarom
wordt dat wel bij de brandweer gezien en niet bij het theater?
Juist
de brandweer en het theater zijn vandaag de dag zo innig met elkaar verbonden! Ik
heb in mijn lange buhnepraktijk/toneelpraktijk achter de coulissen nog nooit
een toneelstuk zonder brandweerman gezien.
Zou
de voorgestelde ‘algemene theaterbezoekplicht’, afgekort de ATBP, aangenomen
worden, zoals gewenst wordt, zoals wij graag willen, zoals wij voorstellen,
dagelijks 2 miljoen mensen het theater in dwingen, dan heb je in een stad als Berlijn
minstens 20 theaters met 100000 plaatsen nodig.
Of
40 theaters met 50000 plaatsen, of 160 theaters met elk 12500 plaatsen, of 320
theaters met 6250 plaatsen, of 640 theaters met elk 3125 plaatsen, of 2 miljoen
theaters met elk 1 plaats.
Wat
er dan voor een geweldige stemming heerst in een volle zaal van, laten we zeggen,
50000 bezoekers, dat weet dan alleen de toneelspeler.
Alleen
door het gebruik van zulke eminente machtsmiddelen kunnen we de lege theaters
weer overeind krijgen, niet door vrijkaarten, alleen maar door dwang, en
gedwongen kan de burger alleen maar worden door de staat.
Karl
Valentin zo'n 85 jaar geleden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten